Image Image Image Image Image Image Image Image Image Image
Scroll to top

Top

Knikkeren

Samen knikkeren Knikker verzameling

Knikkeren

Een vaste hand, goed mikken en een hoop oefening, dat heb je nodig om een goed knikkeraar te zijn. Dat oefenen begint al in de kindertijd: hoeveel kinderen hebben niet hun reputatie gemaakt of gebroken gezien door de tik van een duim tegen een klein glazen bolletje? En wie van ons denkt niet met plezier terug aan het ‘bombarderen’ van een verachte rivaal?

Zoals zovele kinderspelletjes wordt Knikkeren over de hele wereld gespeeld en dat al eeuwen lang. De oude Egyptenaren kenden het spel en er werden versies van gespeeld in het Rome van voor Christus. In de middeleeuwen gebruikten schooljongens het spel om te ontsnappen aan het keurslijf van de klas. Een anonieme Engelse dichter uit rond 1600 beschrijft een typische schooljongen van die tijd als ‘ A dunce at syntax, but a dab at taw’ (een ezel in ontleden, maar een kei met knikkeren).

Maar Knikkeren is nooit alleen maar een kinderspel geweest. De hoge kringen van het 17e-eeuwse Frankrijk amuseerden zich al met het ‘bruggen’ spel, waarin knikkers door een poortje getikt moesten worden om punten te behalen. Men zegt dat Abraham Lincoln, een van de beroemdste presidenten van de Verenigde Staten, een expert was in ‘Old Bowler’ (Ouderwets Kegelen), een knikkerspel waarbij het gaat om uiterst precies mikken.

Tegenwoordig wordt het spel zeer serieus door veel volwassenen gespeeld en wordt er jaarlijks een wereldkampioenschap gehouden, waarin verwoede knikkeraars uit de hele wereld elkaar bestrijden. Maar we kunnen het spel ook gewoon spelen om het kind in ieder van ons de verloren vreugde van vroeger weer te laten ontdekken. Alles wat we nodig hebben is een hand vol glazen bolletjes en een stukje grond. Er zijn dozijnen knikkerspelletjes en bij de meeste is er geen beperking wat het aantal deelnemers betreft. Het basisprincipe van het spel is een knikker zo weg te tikken dat hij de knikker van de tegenstander raakt volgens de regels van het gespeelde spel. Als dat een speler lukt mag hij meestal de geraakte knikkers houden; de bekende uitdrukking ‘Het gaat om het spel, niet om de knikkers’ is aan dit gebruik ontleend.

RINGETJE-PIK.

Je tekent een cirkel van ca. 30cm. doorsnede op de grond en elke speler legt drie knikkers in de cirkel. Dan wordt daaromheen een cirkel getekend van ca. 2m. doorsnede. De spelers mikken om beurten en proberen de knikker uit de cirkel te ketsen. Een speler gaat net zolang door tot hij mist. In een andere versie van Ringetje-pik leggen de spelers hun knikkers in een cirkel op een paar centimeter van elkaar. In het midden van deze cirkel leggen ze een knikker als doel en elke speler mikt hierop vanaf een lijn twee meter verder. Als iemand de middelste knikker raakt mag hij daarna op elke andere knikker in de cirkel mikken. Raakt hij die ook dan mag hij met zijn knikker doorgaan vanaf de plaats waar deze is terecht gekomen. Als hij mist is zijn beurt voorbij en blijft zijn knikker liggen als doel.

OUDERWETS KEGELEN MET KNIKKERS.

Je tekent een vierkant van 1m x 1m op de grond, en de diagonalen. Op de vier hoeken en in het midden leg je een knikker. Dan proberen alle spelers om beurten om de knikkers (volgorde: met de klok mee) één voor één te raken, eindigend met de knikker in het midden. Als niet alle vijf de knikkers worden geraakt moeten ze weer teruggelegd worden en mag de volgende speler het proberen.

EEN SPEL OM OP TE SCHIETEN.

Dit is een mikspel: er worden vijf concentrische cirkels op de grond getekend, ca 10cm. uit elkaar. De roos telt voor 50 punten en de ringen respectievelijk voor 40, 30, 20 en 10 punten. De spelers mikken met een afgesproken aantal knikkers of tot een afgesproken aantal punten. De winnaar mag de knikkers van zijn tegenstander houden.

BOMMENWERPEN.

Dit is een moordend spel. waarmee je eerder vijanden maakt dan vrienden. Elke speler legt een aantal van zijn geliefde knikkers in een cirkel. Elke speler houdt op zijn beurt een knikker een armlengte boven de groep en ‘bombardeert’ die. Knikkers die uit de cirkel zijn geketst worden het eigendom van de bommenwerper, die ook zijn ‘bom’ terug krijgt. Het spel eindigt als de cirkel leeg is.

KNIKKEREN IN EEN KNIKKERPUTJE.

Met de hiel wordt een putje in de grond gemaakt. Twee meter van het putje trek je een lijn en de spe lers gooien om beurten een knikker naar de ‘pot’. De speler wiens knikker het dichtste bij de pot ligt mag beginnen. Hij schiet de knikker naar de pot en komt die erin dan mag hij ‘spannen’, om andere knikkers te winnen. Dat wil zeggen dat hij elke knikker die dichter bij de pot ligt dan de spanwijdte van zijn gestrekte duim en wijsvinger mag houden. Als twee spelers bij de eerste worp een knikker in de pot krijgen hebben ze ieder drie kansen om elkaar uit te gooien en dus de knikker te winnen.